Tja, als Marcel de Leeuw je vraagt om – in zijn afwezigheid – éénmalig een stukje te schrijven over de korfbalwedstrijden van Groen-Geel 1 en 2, dan durf je natuurlijk niet te weigeren. Hij is immers een autoriteit op vele vlakken: primair natuurlijk het korfballen, maar hij is ook vermaard op het gebied van crossfit, boksen en – zo weet ik door persoonlijke waarneming – golfen. En daar bovenop doet hij ook iets in de medische wereld. Kortom, je weigert Marcel gewoon niets. Dat doe en durf je niet…

 

Maar ja, als ik iets over korfballen moet schrijven, heb ik toch een probleem. Iets waar ik mij best wel voor schaam. Ik weet namelijk zo goed als niets van het spelletje… Ik sta dan wel te schreeuwen aan de kant van het veld, maar eigenlijk weet ik helemaal niet waar ik het over heb. En ik hoor u denken: dat gebeurt je wel vaker, Peter. Dus laat ik dan maar beginnen met het maken van mijn excuses: mijn welgemeende verontschuldigingen voor mijn vaak veel te fanatieke geschreeuw aan de kant van het veld, vooral aan de spelers, de scheidsrechters en de begeleiders, maar ook aan het publiek dat mijn onzin moet aanhoren.

 

En waar haal ik dan mijn kleine beetje kennis over korfbal vandaan? Misschien begint het met mijn eerste kennismaking met een korfbalster van HogerOp uit Krommenie: Irma Berenpoot. Het is een lang verhaal: ik was 11 of 12 jaar, er zou een korfbalfeest aankomen waarvoor ik als middelmatig voetballertje zou worden uitgenodigd en mijn korfbalvriendjes hadden bedacht dat Irma en ik een prima combinatie zouden zijn. Net als het opdoen van echte kennis over het korfballen, werd dat een fiasco. Ik heb Irma na een éénmalige ontmoeting nooit meer gezien (in elk geval niet voor zover ik mij kan herinneren). En volgens mij bestaat HogerOp niet meer….

 

Verder ben ik natuurlijk opgevoed in het korfballen door de vele korfbalfamilies: de Anepooltjes, de Haakjes, de De Witjes, de Looijtjes, de Molanussen, de Dikkies, de Lutikken, de Snijdertjes, en natuurlijk de De Leeuwtjes. En dit zijn nog alleen maar de familienamen die mij nu – in een “split second” – te binnen schieten. Er zijn er vast meer. Voor het niet noemen van jullie familie: ook mijn verontschuldigingen. En omdat jullie er niet echt in geslaagd zijn om mij meer korfbalkennis op te laten doen: sorry voor het niet genoeg luisteren.

 

Dus nu ga ik als korfbalanalfabeet iets schrijven over de wedstrijden van ons tweede en eerste team tegen KCC uit Capelle. Het zal een iets anders verslag zijn dan u gewend bent, maar het is goed bedoeld en is gemaakt na het bekijken van de wedstrijden vanuit mijn luie stoel.

 

Het tweede verloor zonder de wedstrijdtijd vol te maken: Romy kwam kort voor tijd zeer ongelukkig in aanraking met een tegenstander en leek “out” te gaan. Het was simpelweg een vervelend en naar gezicht, waardoor je toch ook bij deze wedstrijd even op het puntje van je stoel ging zitten. Terecht verplaatste de regie het beeld – misschien iets te laat – naar een ander deel van de zaal. En toen was het toch in spanning afwachten. Gelukkig hoorde ik snel – via een van de bovenbedoelde families – dat een bezoek aan het ziekenhuis niet nodig was. Veel sterkte Romy, ik hoop dat het goed met je gaat! Verder waren er weinig redenen om het puntje van mijn stoel te belasten. Halverwege de wedstrijd waren er maar 11 ballen in het mandje gegooid, gelukkig op dat moment wel meer door Groen-Geel dan KCC: 4-7. In de tweede helft werd er wel meer gescoord; maar helaas vooral door KCC: de eindstand was 16-11 met nog 2 minuten en 54 seconden op de klok. Die zullen waarschijnlijk niet meer worden gespeeld.

 

Net als alle toeschouwers in de schaal en achter de buis zullen ook de spelers en speelsters van het eerste team flink geschrokken zijn van de nare botsing bij het tweede. Het eerste deel van de eerste helft was dan ook voor KCC: halverwege die helft stond KCC met 7-4 voor. Zonder de anderen te kort te willen doen, was het Stijn die er met 4 punten op een rij voor zorgde dat de achterstand bij rust nog maar één punt was: 10-9. En natuurlijk droeg het hele team hier het spreekwoordelijke steentje aan bij. In de tweede helft werd er minder gescoord…, en helaas trokken wij ook met het eerste team aan het kortste eind. Het werd 17-16 in het voordeel van KCC. Wij kregen in de laatste drie seconden nog een vrije bal (wat naar mijn mening met mijn beperkte kennis ook een strafworp had kunnen zijn), maar die werd helaas gemist. Al met al, geen dik verdiende overwinning van KCC maar één die met hangen en wurgen uit het vuur werd gesleept.

 

Een goed verstaander zou nu kunnen zeggen: “Ja maar, Peter, je begint dit stukje met “Dat zijn vier punten…!”. Zelfs jij als korfbal-leek, weet dat je geen punten verdient als je verliest..”. Aha, goed gezien! Maar die vier punten gaan wij zeker halen als KCC bij Groen-Geel op bezoek komt. Ik ben ervan overtuigd dat zowel het tweede als eerste team met een zaal vol met enthousiaste toeschouwers gaat winnen van deze club uit Capelle. Wij kunnen hen zeker verslaan! En trouwens, ik ben ervan overtuigd dat we vanaf nu alle wedstrijden kunnen winnen. Dat werd gisteren wel bewezen door de uitslagen van de andere teams: Oost- Arnhem en Dalto wonnen allebei. Dus kunnen wij dat ook; winnen van onze concurrenten. Ik zie jullie dus graag volgende week in de Groen-Geel hal, als wij spelen tegen Blauw-Wit.

 

En ik beloof jullie: ik zal mijn gebrek aan kennis van het korfbal niet etaleren en rustig aan de kant staan. Ik schreeuw wel vanbinnen; wie weet helpt dat onze teams!

 

 

Peter

Dat zijn vier punten….!

Door Peter van Buuren, 3 years ago

Tja, als Marcel de Leeuw je vraagt om – in zijn afwezigheid – éénmalig een stukje te schrijven over de korfbalwedstrijden van Groen-Geel 1 en 2, dan durf je natuurlijk niet te weigeren. Hij is immers een autoriteit op vele vlakken: primair natuurlijk het korfballen, maar hij is ook vermaard op het gebied van crossfit, boksen en – zo weet ik door persoonlijke waarneming – golfen. En daar bovenop doet hij ook iets in de medische wereld. Kortom, je weigert Marcel gewoon niets. Dat doe en durf je niet…

 

Maar ja, als ik iets over korfballen moet schrijven, heb ik toch een probleem. Iets waar ik mij best wel voor schaam. Ik weet namelijk zo goed als niets van het spelletje… Ik sta dan wel te schreeuwen aan de kant van het veld, maar eigenlijk weet ik helemaal niet waar ik het over heb. En ik hoor u denken: dat gebeurt je wel vaker, Peter. Dus laat ik dan maar beginnen met het maken van mijn excuses: mijn welgemeende verontschuldigingen voor mijn vaak veel te fanatieke geschreeuw aan de kant van het veld, vooral aan de spelers, de scheidsrechters en de begeleiders, maar ook aan het publiek dat mijn onzin moet aanhoren.

 

En waar haal ik dan mijn kleine beetje kennis over korfbal vandaan? Misschien begint het met mijn eerste kennismaking met een korfbalster van HogerOp uit Krommenie: Irma Berenpoot. Het is een lang verhaal: ik was 11 of 12 jaar, er zou een korfbalfeest aankomen waarvoor ik als middelmatig voetballertje zou worden uitgenodigd en mijn korfbalvriendjes hadden bedacht dat Irma en ik een prima combinatie zouden zijn. Net als het opdoen van echte kennis over het korfballen, werd dat een fiasco. Ik heb Irma na een éénmalige ontmoeting nooit meer gezien (in elk geval niet voor zover ik mij kan herinneren). En volgens mij bestaat HogerOp niet meer….

 

Verder ben ik natuurlijk opgevoed in het korfballen door de vele korfbalfamilies: de Anepooltjes, de Haakjes, de De Witjes, de Looijtjes, de Molanussen, de Dikkies, de Lutikken, de Snijdertjes, en natuurlijk de De Leeuwtjes. En dit zijn nog alleen maar de familienamen die mij nu – in een “split second” – te binnen schieten. Er zijn er vast meer. Voor het niet noemen van jullie familie: ook mijn verontschuldigingen. En omdat jullie er niet echt in geslaagd zijn om mij meer korfbalkennis op te laten doen: sorry voor het niet genoeg luisteren.

 

Dus nu ga ik als korfbalanalfabeet iets schrijven over de wedstrijden van ons tweede en eerste team tegen KCC uit Capelle. Het zal een iets anders verslag zijn dan u gewend bent, maar het is goed bedoeld en is gemaakt na het bekijken van de wedstrijden vanuit mijn luie stoel.

 

Het tweede verloor zonder de wedstrijdtijd vol te maken: Romy kwam kort voor tijd zeer ongelukkig in aanraking met een tegenstander en leek “out” te gaan. Het was simpelweg een vervelend en naar gezicht, waardoor je toch ook bij deze wedstrijd even op het puntje van je stoel ging zitten. Terecht verplaatste de regie het beeld – misschien iets te laat – naar een ander deel van de zaal. En toen was het toch in spanning afwachten. Gelukkig hoorde ik snel – via een van de bovenbedoelde families – dat een bezoek aan het ziekenhuis niet nodig was. Veel sterkte Romy, ik hoop dat het goed met je gaat! Verder waren er weinig redenen om het puntje van mijn stoel te belasten. Halverwege de wedstrijd waren er maar 11 ballen in het mandje gegooid, gelukkig op dat moment wel meer door Groen-Geel dan KCC: 4-7. In de tweede helft werd er wel meer gescoord; maar helaas vooral door KCC: de eindstand was 16-11 met nog 2 minuten en 54 seconden op de klok. Die zullen waarschijnlijk niet meer worden gespeeld.

 

Net als alle toeschouwers in de schaal en achter de buis zullen ook de spelers en speelsters van het eerste team flink geschrokken zijn van de nare botsing bij het tweede. Het eerste deel van de eerste helft was dan ook voor KCC: halverwege die helft stond KCC met 7-4 voor. Zonder de anderen te kort te willen doen, was het Stijn die er met 4 punten op een rij voor zorgde dat de achterstand bij rust nog maar één punt was: 10-9. En natuurlijk droeg het hele team hier het spreekwoordelijke steentje aan bij. In de tweede helft werd er minder gescoord…, en helaas trokken wij ook met het eerste team aan het kortste eind. Het werd 17-16 in het voordeel van KCC. Wij kregen in de laatste drie seconden nog een vrije bal (wat naar mijn mening met mijn beperkte kennis ook een strafworp had kunnen zijn), maar die werd helaas gemist. Al met al, geen dik verdiende overwinning van KCC maar één die met hangen en wurgen uit het vuur werd gesleept.

 

Een goed verstaander zou nu kunnen zeggen: “Ja maar, Peter, je begint dit stukje met “Dat zijn vier punten…!”. Zelfs jij als korfbal-leek, weet dat je geen punten verdient als je verliest..”. Aha, goed gezien! Maar die vier punten gaan wij zeker halen als KCC bij Groen-Geel op bezoek komt. Ik ben ervan overtuigd dat zowel het tweede als eerste team met een zaal vol met enthousiaste toeschouwers gaat winnen van deze club uit Capelle. Wij kunnen hen zeker verslaan! En trouwens, ik ben ervan overtuigd dat we vanaf nu alle wedstrijden kunnen winnen. Dat werd gisteren wel bewezen door de uitslagen van de andere teams: Oost- Arnhem en Dalto wonnen allebei. Dus kunnen wij dat ook; winnen van onze concurrenten. Ik zie jullie dus graag volgende week in de Groen-Geel hal, als wij spelen tegen Blauw-Wit.

 

En ik beloof jullie: ik zal mijn gebrek aan kennis van het korfbal niet etaleren en rustig aan de kant staan. Ik schreeuw wel vanbinnen; wie weet helpt dat onze teams!

 

 

Peter