Hiep hiep hoera voor de jarige!
Na heel veel ouderwets gezellige activiteiten en feestelijkheden in het afgelopen jaar, is GroenGeel nu écht jarig!
100 jaar! Van harte gefeliciteerd!
En wie jarig is trakteert. Dat hebben we afgelopen zaterdag gezien. Het ongelooflijk mooie en dikke magazine boordevol Groengeel-weet-je-nog-welletjes van de afgelopen eeuw werd officieel overhandigd. Terwijl een luid ‘Lang zullen ze leven’ door de tegenpartij werd ingezet, werd de glossy op de tribune uitgedeeld. Wat mij betreft een gewaagde actie om al dat leesvoer uit te delen zo vlak voor de wedstrijd, want voor hetzelfde geld, had de hele tribune als een boekenwurm in het boekwerk zitten lezen tijdens de wedstrijd. Maar daar gaf ons nieuwe vlaggenschip geen kans voor: met een fantastisch eerste optreden, vol werklust en doorzettingsvermogen, werd het weer een ouderwets spannende korfbalpot. Met van opwinding hoogrode wangen en het magazine in de hand, verliet iedereen voldaan de sporthal: wat een mooie start van het nieuwe zaalseizoen! De zondag erna was het rustig in het dorp. De regen ontbrak er nog aan, maar volgens mij zat iedereen in de verhalen van weleer.
Want het blijkt wel dat er in de geschiedenis van Groengeel veel hoogtepunten, maar tuurlijk ook dieptepunten zijn geweest. En dat we vaker op een kantelpunt hebben gestaan, net als afgelopen jaar. Maar, zoals de nieuwe trainers het in de laatste nieuwsbrief zo mooi verwoordden: ‘Groengeel is een warme vereniging, dorps en gemoedelijk. Het is niet leuk wat er vorig jaar is gebeurd (met het vertrek van vele spelers uit GG1), maar het is typerend voor Groengeel, dat de mensen niet aangeslagen zijn. Het bestuur wil doorpakken en niet bij de pakken neerzitten. En dat straal je uit naar de spelers.’
En daar schieten ze de pijl midden in de roos. Want een vereniging kan niet overleven, als er geen fatsoenlijk bestuur is. In al die 100 jaar, stond er altijd een bestuur aan het roer en is er inspraak van de leden middels ledenvergaderingen geweest. Eerlijk is eerlijk: ook daarin heeft Groengeel ongetwijfeld kantelpunten gekend (zeker in de beginjaren), maar er stond altijd weer iemand op, om het stokje over te nemen. Met nieuwe energie.
Heden ten dage staat al jaren onze topper van een voorzitter aan het roer. Waar anderen een groene trui dragen, draagt hij een gele. Waar iedereen druk is met elkaar, kijkt hij van een afstandje naar zijn kudde. Maar hij is zichtbaar en aanwezig als er problemen zijn en zeker als er iets te vieren valt. Hij bestuurt met een sporthart en een sportmentaliteit: als we goed gaan, moeten we niet te overmoedig worden, we moeten het vooral samen doen en zit het even tegen, dan gaan we dóór en zetten we alle zeilen bij om er het beste van te maken. Vergezeld door een mooi en kleurrijk bestuur met leden vanuit alle gelederen, vormt het bestuur van Groengeel in zijn honderdste levensjaar, een stevige basis.
En dat is nodig, want in deze tijd, vraagt het ‘runnen’ van een vereniging dat zeker. Want waar we ons vroeger druk maakten om de bestelling van voldoende koffie en thee, het legen van drainagepotjes op ons sompige korfbalveld of de reparatie van de korfbalmand, tegenwoordig hebben we te maken met heel andere zaken. Zaken die vaak buiten onze macht liggen en niet of nauwelijks iets met korfbal te maken hebben. Met name in de laatste jaren bleek wel, dat we soms als vereniging een strijd moeten voeren tegen de elementen: De coronacrisis en de oorlog in Oekraïne, met gevolgen voor onze trainingslocaties, hulpvragen vanuit de gemeente en de fors stijgende energieprijzen. Dit alles vroeg om snelle, doeltreffende en creatieve oplossingen en investeringen om de vereniging draaiende en betaalbaar, voor alle leden van de vereniging. En dan hebben we het nog niet eens over de heden ten dage opgelegde wetgeving voor verenigingen op het gebied van gedragsregels, alcoholschenken en andere regels en verplichtingen vanuit de korfbalbond waaraan we toch maar even moeten voldoen.
Zo’n grote vereniging als Groengeel, fungeert eigenlijk als een middelgroot bedrijf. Alles dient georganiseerd, gerealiseerd en gefinancierd worden. Maar dan met allemaal vrijwilligers, die tegelijkertijd je klanten zijn.
Al lezende in het tijdschrift, zijn het steeds de vrijwilligers die worden genoemd en geroemd, want zij zíjn de vereniging. Naast het korfbal zijn er door die vrijwilligers nog heel veel andere activiteiten georganiseerd. Het magazine staat er vol mee. Maar we zouden bijna vergeten, dat er iedere dag van de week ook zoveel vrijwilligers de ‘gewone’ dagelijkse korfbalzaken regelen en organiseren. Sommigen uit bekende Groengeel families, maar ook korfballers van de eerste generatie, vaders en moeders of instromers vanuit andere verenigingen. Zelfs op de dag van de verjaardag van GroenGeel, worden er weer scheidsrechters gezocht, zijn wedstrijdsecretariaten op zoek naar vervangers en invallers, staan al die trainers weer in het veld om hun team beter en beter te maken, om in het weekend al coachend om de wedstrijd winnend af te sluiten. Het lijkt de gewoonste zaak van de wereld binnen een korfbalvereniging, het hoort er ‘toch’ ‘gewoon’ bij en wat moet je daar nou van zeggen en schrijven? Maar juist die gestructureerde organisatie van het dagelijks functioneren van onze vereniging, geeft die stevige basis en houvast om nóg 100 jaar door te kunnen gaan mét en voor onze leden. Daar zijn dagelijks onze bestuursleden, commissieleden en al die vrijwilligers mee bezig.
Het is en was ontzettend leuk om al bladerend en lezend in het magazine, terug te kijken naar de afgelopen 100 jaar. We raken er niet over uitgepraat. Als je nog geen magazine hebt, zou ik hem zeker proberen te bemachtigen. Voor ieder lid is er één. En bedenk bij al die mooie herinneringen, dat we vanaf nu, alweer net zo enthousiast en vol energie zijn begonnen, met het schrijven van onze nieuwe geschiedenis! En jij doet daar aan mee!
Want GroenGeel is jarig en 100 jaar jong!
Maak er een feestje van!
Mariëtte