Als we ons 100 jaar oude archief doorspitten, blijkt, dat GroenGelers een bouwlustig volkje zijn geweest. Er is in die 100 jaar vier keer van locatie verhuist en hebben er diverse, grote bouwprojecten plaatsgevonden, geheel in eigen beheer van onze leden. Maar wie wil bouwen, moet ook geld inzamelen. Naast het korfballen en veel plezier maken, was geld inzamelen één van de belangrijkste activiteiten van onze leden door de jaren heen. De Groen-Gelers bleken daar erg creatief in te zijn.

Deze maand in de vitrine-kast in de gang bij de ingang van ons Groen-Geel-complex, een overzicht van de locaties en bouw-activiteiten van onze korfbalvereniging in de afgelopen 100 jaar. In dit stuk wordt meer achtergrondinformatie gegeven. Klik hier voor de tijdlijn met foto’s.

In 1923 begon de club met 11 leden: 6 dames en 5 heren en onze korfbalvereniging heette toen nog de ‘Wormerveersche Korfbal Vereniging’ WKV. De clubkleuren waren blauw-wit. Het korfbalspel moest eerst maar eens goed geoefend worden, voordat er überhaupt een wedstrijd gespeeld kon worden. Dit werd gedaan op een veldje achter voetbalvereniging WFC in het sportpark Wormerveer. Direct na de oprichting van de vereniging, werd er gecollecteerd voor het bouwen van een kleedruimte. Echter, ivm ‘een staking in de fabrieken’ werd er snel daarna alweer gestopt met collecteren. 

Eind van het seizoen 1923-1924, werd, zoals in een krantenartikel staat beschreven: “naar een ander terrein ‘omgezien’, ‘daar we herhaaldelijk overlast ondervonden van diverse “ook sport-mensen” uit de voetbalwereld.” 

In 1924 werd direct ‘het terrein aan het Wormerlaantje geheel belangeloos in gebruik gegeven’. Het Wormerlaantje bevond zich in Wormer, achter de Nieuwe weg. Er werd in dit jaar gestart met wedstrijden spelen, waarbij bleek dat de blauw-witte shirts ‘geen handige keuze was’ waardoor men op dat moment waarschijnlijk over ging op het dragen van groen-gele shirts. 

In het jaarverslag werd toen al gesproken van een ‘twaalftal-commissie’ en een terreincommissaris’, waaruit blijkt dat het organiseren van een korfbalwedstrijd, niet losstaat van het beheer van de velden en het terrein. Er waren toen al 16 senioren leden en 17 jeugdleden. De vereniging mocht een werkplaats lenen die werd gebruikt als zaaltje en kleedgelegenheid. Ook huurden we het clubhuisje van de politiehondenvereniging en gebruikten het als kleedruimte.

In 1926 werd de tweede loterij gehouden die 40 gulden opleverde. Méér dan bij de vorige loterij. Tekeningen voor een nieuw kleedlokaal werden gemaakt, maar de tekenaar vertrok als lid. Er waren in die tijd van onze opstartende vereniging, heel veel wisselingen in het ledenbestand en het bestuur, dus het nieuwe kleedlokaal liet nog even op zich wachten.

In juli 1927 werd de vloer van de nieuw te bouwen kleedkamers gelegd en in september werd de kleedkamer in gebruik genomen.

In 1928 bestaat de vereniging 5 jaar en wappert er een nieuwe vlag op het kleedlokaal. Er zijn in die tijd al schoolwedstrijden op het complex die ieder jaar weer nieuwe leden opleveren. Groengelers bleken niet alleen bouwers te zijn, maar ook brandweermannen. In één van de krantenartikelen staat: ‘de wedstrijd werd niet afgespeeld, want door het brandalarm rende iedereen naar de brand.’


In 1929 moet de vereniging van terrein veranderen omdat het terrein aan het Wormerlaantje bebouwd wordt. De vereniging, inclusief kleedlokaal, verhuisden van de Nieuwe Weg naar het terrein achter School West. ‘Het hele gebouwtje werd op een grote kar gezet en met veel inspanning en hard werken, kwamen we over. De velden bespeelbaar maken, was een hele klus’. In de buitenlucht, achter de kleedruimtes, was één kraantje, waar men zich kon opfrissen.


In 1930 werden de kleedruimtes hersteld en werd er een groot hek langs het terrein geplaatst, maar de bespeelbaarheid van het veld liet te wensen over. Er wordt een nieuwe vlag gemaakt door Knier Leeuwerink-Bark en haar moeder die in 1932 op het clubhuis wappert.


In dec. 1936 wordt het kleedkamerfonds ingesteld, voor nieuw te bouwen kleedkamers, maar in verband met de dreiging van de oorlog, werd in november 1939 besloten de bouw van de kleedkamers uit te stellen.


In april 1940 werden vanwege de oorlog, de kleedkamers door Nederlandse militairen ‘gevorderd’ en stond op ons terrein afweergeschut. In september zijn de kleedkamers opgeknapt en is een overdekte wasgelegenheid bijgebouwd met aan iedere kant drie kranen met een grote waterbak op de grond. 


Na de oorlog in 1946 werd achter onze kleedkamers een wasgelegenheid gebouwd (kosten: 400,- gulden). ‘We konden ons nu lekker beschut en onder stromend water wassen.’ Een jaar later verschijnt er toch ‘een busje aan de vlaggenmast op het terrein, waar giften voor het kleedkamerfonds in kunnen worden gedeponeerd’, want de wens voor nieuwe kleedruimtes was er nog steeds.


In februari 1950 wordt de huur opgezegd. ‘Nu moeten we verhuizen’. De nieuwe locatie is aan de Spatterstraat. Er wordt een aanvang gemaakt van werkzaamheden op ons nieuwe veld: 500 draineerpotjes moeten worden schoongemaakt. ‘Voor het verkrijgen van een betere conditie van het nieuwe terrein, worden er een paar schapen uit wandelen gestuurd.’ Vele werkers werden gevraagd om de wagens en dekschuiten vol sintels voor op het veld leeg te scheppen. De begroting voor het nieuwe clubgebouw is klaar (f 6000,-). 


Bij aanvang van het seizoen 1950-1951 hoopt de vereniging met drie goede dingen de competitie in te gaan: ‘een nieuw veld, een nieuw clubgebouw en alle ploegen in het goede clubcostuum, want na de oorlog droeg de één dit en de ander dat’. Op 4 november 1950 is onder grote belangstelling en met muziek van Eensgezindheid, ons eerste, eigen clubgebouw geopend door burgemeester Loggers door het hijsen van onze clubvlag. Het clubgebouw wordt daarna vaak ons ‘home’ genoemd. Er wordt flink gebruik van gemaakt voor feesten, gezellige avonden met dans, toneelstukken en revue, maar ook voor clubochtenden van de tafeltennis en voor klaverjassen. En als er door slechte weersomstandigheden niet kon worden getraind en gespeeld, vermaakten men zich in het clubgebouw met dia-avonden, ganzenbord, sjoelen en dammen of om te ‘kienen voor prijzen zoals  taarten, worsten, pinda’s en een kip’. Groengelers deden ook mee met klaverjas-, kano-, vis- en schaatswedstrijden van de verenigingen in het dorp. Ook werden er eigen schaatswedstrijden gehouden op de sloten rond het eigen terrein van Groengeel.


In 1952 worden er 70 bomen geplant aan de kant van het veld. 0,75 cent per stuk en de naam van de koper wordt erbij geplant.


In 1953 kregen we twee lichtmasten met grote schijnwerpers cadeau ter ere van ons 30-jarig jubileum. Een jaar daarna wordt een motormaaimachine aangeschaft en in de jaren erna worden fietsenrekken geplaatst en tegels gelegd voor het clubgebouw. ‘Een bewoner aan de Spatterstraat heeft het idee om een scorebord neer te zetten, zodat ze kunnen zien wat de stand is’. Tevens is een nieuwe berging voor materialen verrezen.


In maart 1960 werd onder voorzitterschap van Jan van het Kaar, besloten om een kantine te bouwen om in de rust van de wedstrijden even ‘heerlijk bij te komen’. Ook de snoepafdeling kon daarin een plaatsje vinden. Want ook de jeugdafdeling werd zo groot, dat ze niet in de kleedkamers konden. Knier en Arie Leeuwerink werden kantinebeheerders. 


In 1961 al, maakt de gemeente Wormer het uitbreidingsplan ‘Plaszoom’ openbaar. Daarin zijn drie velden ontworpen voor GroenGeel aan de rand van de Poel. Uiteindelijk zal het nog tot 1973 duren tot we daar naartoe kunnen verhuizen.


In 1964 worden 4 lichtmasten geplaatst en douchecellen met ‘geysers’ worden in de kleedkamers in gebruik genomen. Twee jaar later moeten vele leden helpen om het veld bespeelbaar te maken, want het leek wel een moeras door de vele regen. 


In december 1965 wordt de eerste partij oud papier ingeleverd. 1850 kg, om de kosten te dekken van tegelpad, brug en fietsenrek en planten we 500 boompjes en struiken rond het veld.


Oktober 1967: een deel van het dak is door een storm weggewaaid.


In maart 1969 is het eerste overleg met B en W van Wormer over de locatie Trickelsoord. In de jaren voor de bouw van de nieuwe ‘Plaszoom’-accommodatie, werden al veel acties opgezet om geld in te zamelen. Zo is er een glazenactie waarvan er 1000 stuks werden verkocht. Diverse balpennen-acties, verkoop van 2e hands boeken en grammofoonplaten, het zoeken van donateurs en ophalen van oud papier. Ook werd er een kalender verkocht met foto’s van KZ, Roda, ZKV en GroenGeel, een rommelmarkt, bloembollen-verkoop en er werd door de junioren ‘een oppascentrale’ gestart. De obligatie-leningen hebben een prima start en er wordt in een half jaar tijd ruim 50.000 kg oud papier opgehaald. 


GroenGeel heeft in 1971 298 leden en is de 8e grootste vereniging van Nederland. In 1972 koopt de gemeente de Groengeel accommodatie aan de Spatterstraat. 


In mei wordt een start gemaakt met de werkzaamheden op de velden van Trickelsoord: Twee leden van Groen-Geel zetten de eerste spade in de grond: I.P. Kuyper als vertegenwoordiger van de oudste generatie en Jan-Peet Zandbergen, als één van de jongste pupillen. Vóór de kerst zitten de 85 heipalen van 13 meter lang in de grond. In 1972 loopt de nieuwbouw schade op door een storm, maar in 1973 kan GroenGeel dan toch eindelijk verhuizen naar haar huidige locatie op Trickelsoord. Op 24 augustus 1973 vindt de officiële opening plaats door burgemeester Loggers van Wormer en door het oplaten van ballonnen. In januari 1974 schonk dhr. G. Ruyter een aquarel van de oude kleedkamers en de klaverjassers gaven de lijst hiervoor.


De kantine wordt goed gebruikt voor biljarten, pingpongen, fonduefeesten en ‘muziekgedraai’ en in 1974 wordt voor het eerst gesproken over ‘gehaktballen’. Er wordt ook een verzoek gedaan tot inzameling van Douwe Egberts-bonnen zodat een duo-koffiezetapparaat (gratis) kan worden aangeschaft.


In januari 1974 wordt al gesproken over de bouw van een eigen sporthal. Dat gaat zo’n f250.000,- kosten, dus worden er weer creatieve inzamelingsacties op poten gezet zoals een kerstkaartenactie door de jeugdcommissie en t-shirts met de tekst ‘Korfbal Geweldig’ werden verkocht. Eind 1976 werd de ‘Groen-Geel-sticker geboren’ (f 1,-).


In de Band stond ‘Foei! Viespeuken!’ Het gebeurde namelijk nog wel eens, dat pupillen en aspiranten na hun training of wedstrijd niet gingen douchen. Een taak voor de trainers en leiders om dit onder de aandacht te brengen. Er waren tenslotte mooie douchevoorzieningen bij GroenGeel.


Na de zomer moet de brandweer de velden natspuiten voordat de seriewedstrijden kunnen beginnen, want de velden waren verschrikkelijk droog. Kort daarna werd er 120 m3 zand over het veld uitgestrooid. 


In 1978 zijn nieuwe tafelkleedjes gemaakt voor in de kantine: ‘hou ze schoon en plak er geen uitgewerkte kauwgom op, maar gebruik de prullenbakken.’


In 1979 werd voor het eerst meegedaan met de Grote Clubactie, Piet de Wit organiseerde een fietstocht, er werd meer papier dan ooit ingezameld, de club van 100 (gulden) werd opgericht en er werden weer veel loten verkocht, allemaal voor de nieuw te bouwen trainingshal.  De schoonheidscommissie van de gemeente Wormer keurt de plannen voor de trainingshal goed en al gauw gaat de nieuwe bouwcommissie iedere twee weken vergaderen. In maart 1980 wordt met de bouw van de trainingshal gestart en ieders werkuren worden nauwkeurig bijgehouden.  


De sporthal werd in 8000 man-uren eigenhandig gebouwd. Zeven maanden lang, zijn iedere avond zijn zo’n twintig tot dertig leden aan het werk geweest. Burgermeester Janssens opent in oktober 1980 de sporthal door een strafworp te nemen, maar mist: ‘Eén van de vele missers die de korfbalsport zo spannend maakt.’ zegt hij hierop. We waren ‘in het gelukkige bezit van leden met handen aan hun lijf’ waardoor we als 2e korfbalvereniging van Nederland een eigen sporthal konden neerzetten. De vereniging telt in dat jaar 390 leden. Van de KNKV kregen we een spiegel met de opdruk in het glas van het GroenGeel- complex.


In juni 1981 werd er ‘door met man en macht ‘ijsrondjes’ uit te drukken, 1,5 thermopane-raam verdiend’.


Volleybalvereniging VCW werd vaste huurder van de sporthal en wie zin had, kon de hal een uurtje huren om te tennissen. Later werd hij ook verhuurd voor zaalvoetbal.


Als beveiliging en om inbraak te voorkomen, plaatst de gemeente spijl-hekken en prikkelstruiken. Ook worden de ramen voorzien van draadglas en spijlen.


In de kantine komt een verlaagd plafond en nieuw meubilair. Er komt een ‘Jaap Schaap-hoek’, vernoemd naar de trainer van het 1e: een gezellige zithoek met lage banken.

In 1985 wordt er een groot stuk aan de kantine bijgebouwd, waardoor deze een stuk groter wordt. 


14 augustus 1991 is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Groen-Geel. Een uitslaande brand verwoest de kantine van GroenGeel. De sporthal kan gelukkig gespaard blijven. De brand blijkt later aangestoken te zijn. In 1992 kan de nieuwe (en huidige) kantine in gebruik genomen worden.


Er zijn plannen om woningen te gaan bouwen voor het project ‘IJsbaanterrein’. Groen-Geel ruilt de helft van zijn terrein met grasvelden in en krijgen in ruil daarvoor, kunstgrasvelden. Er wordt een overdekte tribune gebouwd, waarmee GroenGeel als eerste korfbalvereniging in Nederland een overdekte tribune langs het veld heeft staan.


In 2003 werd de sporthal fors uitgebreid. Er werd een groot stuk aan gebouwd, waardoor de grote, huidige tribune en de bovenbar werden gecreëerd.


In het seizoen 2019-2020 treedt Groen-Geel toe tot het hoogste niveau: de KorfbalLeague. De wedstrijden worden online uitgezonden via een live-stream. Er wordt een livestream-crew geformeerd met presentatrices, regisseurs en diverse cameramensen om de wedstrijden goed in beeld te brengen. Vanaf het balkon (het zogenoemde Noom-Home), was het mooiste uitzicht op het veld en de Groen-Geel gekleurde tribune, maar deze bleek te klein om iedereen een plek te geven. Het balkon werd daarom vergroot, tot de huidige afmetingen.


En zo is ons complex gevormd tot wat het nu is. Hierboven zijn alleen de grootste projecten genoemd. Maar in al die tussenliggende jaren en de afgelopen tijd, heeft er natuurlijk voortdurend onderhoud, reparatie en renovatie plaatsgevonden in en aan ons complex. Denk daarbij aan het continue onderhoud van de velden, de groenstrook snoeien, de slootkanten in orde maken voor het schouwen, schilderen en schoonmaken van de accomodatie. Maar ook het vervangen van de lampen in de hal door led-lampen, een nieuwe vloer in de hal en nieuwe kunstgrasvelden. Het vervangen van de verwarmingsketel, het vergroten van het terras en de renovatie van de speeltuin, het oppimpen van de kantine, de renovatie van de thuis-kleedkamers en natuurlijk het meest recente project: de mooie nieuwe damestoiletten.


De ‘bouwers’ van Groen-Geel (ook maar gewoon vrijwilligers), zijn altijd bezig geweest en zullen altijd bezig blijven, want ‘er is altijd wel een klusje te doen’. En wie weet wat de toekomst nog gaat brengen. Als Groen-Geel mogen we trots (en zuinig) zijn op onze ‘bouwers’ en ons eigen Groen-Geel-complex dat we geheel in eigen beheer hebben en waarin we iedere week weer kunnen trainen, spelen en elkaar kunnen ontmoeten. Het korfballen staat immers niet los van de accommodatie waarin we spelen.


Mariëtte

 

Voor wie meer wil lezen:

De Band Jaargang 1949-1950

De Band Jaargang 1950-1951

De Band 1973-1974 nr. 1

De Band 1973-1974 nr. 2

De Band 11 okt. 1980 extra editie sporthal

De Band 1991-1992 nr. 1

De Band 1991-1992 nr. 2

 

Bij het schrijven van dit stuk heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de inspanningen van wijlen Dirk Dik. Voor het 60-jarig jubileum van Groen-Geel in 1983, heeft hij alle jaargangen van het clubblad ‘De Band’ uitgeplozen en samengevat. Het is in boekvorm uitgegeven en geeft een prachtig en beknopt totaal-overzicht van alle activiteiten binnen de vereniging tot 1983.


Als nawoord schreef hij:


 
‘Ik ben gekomen aan het einde van mijn overzicht en heb hieraan met veel plezier zitten puzzelen. Het was niet mijn bedoeling geweest om dit zo uitgebreid te doen, maar toen ik er eenmaal mee bezig was, ging het vanzelf. Toch vind ik het een leuk idee van het bestuur om deze pennevruchten in een boekje voor het ‘nageslacht’ te bewaren. Mocht ik een enkel leuk voorval vergeten zijn, dan was dat niet mijn bedoeling. Ik hoop dat de jeugd van heden dit werkje met plezier zal lezen. 


Dirk Dik’.

Uit de oude (archief) doos (2): de accomodaties van Groen-Geel

Door Mariëtte Koomen, 21 months ago

Als we ons 100 jaar oude archief doorspitten, blijkt, dat GroenGelers een bouwlustig volkje zijn geweest. Er is in die 100 jaar vier keer van locatie verhuist en hebben er diverse, grote bouwprojecten plaatsgevonden, geheel in eigen beheer van onze leden. Maar wie wil bouwen, moet ook geld inzamelen. Naast het korfballen en veel plezier maken, was geld inzamelen één van de belangrijkste activiteiten van onze leden door de jaren heen. De Groen-Gelers bleken daar erg creatief in te zijn.

Deze maand in de vitrine-kast in de gang bij de ingang van ons Groen-Geel-complex, een overzicht van de locaties en bouw-activiteiten van onze korfbalvereniging in de afgelopen 100 jaar. In dit stuk wordt meer achtergrondinformatie gegeven. Klik hier voor de tijdlijn met foto’s.

In 1923 begon de club met 11 leden: 6 dames en 5 heren en onze korfbalvereniging heette toen nog de ‘Wormerveersche Korfbal Vereniging’ WKV. De clubkleuren waren blauw-wit. Het korfbalspel moest eerst maar eens goed geoefend worden, voordat er überhaupt een wedstrijd gespeeld kon worden. Dit werd gedaan op een veldje achter voetbalvereniging WFC in het sportpark Wormerveer. Direct na de oprichting van de vereniging, werd er gecollecteerd voor het bouwen van een kleedruimte. Echter, ivm ‘een staking in de fabrieken’ werd er snel daarna alweer gestopt met collecteren. 

Eind van het seizoen 1923-1924, werd, zoals in een krantenartikel staat beschreven: “naar een ander terrein ‘omgezien’, ‘daar we herhaaldelijk overlast ondervonden van diverse “ook sport-mensen” uit de voetbalwereld.” 

In 1924 werd direct ‘het terrein aan het Wormerlaantje geheel belangeloos in gebruik gegeven’. Het Wormerlaantje bevond zich in Wormer, achter de Nieuwe weg. Er werd in dit jaar gestart met wedstrijden spelen, waarbij bleek dat de blauw-witte shirts ‘geen handige keuze was’ waardoor men op dat moment waarschijnlijk over ging op het dragen van groen-gele shirts. 

In het jaarverslag werd toen al gesproken van een ‘twaalftal-commissie’ en een terreincommissaris’, waaruit blijkt dat het organiseren van een korfbalwedstrijd, niet losstaat van het beheer van de velden en het terrein. Er waren toen al 16 senioren leden en 17 jeugdleden. De vereniging mocht een werkplaats lenen die werd gebruikt als zaaltje en kleedgelegenheid. Ook huurden we het clubhuisje van de politiehondenvereniging en gebruikten het als kleedruimte.

In 1926 werd de tweede loterij gehouden die 40 gulden opleverde. Méér dan bij de vorige loterij. Tekeningen voor een nieuw kleedlokaal werden gemaakt, maar de tekenaar vertrok als lid. Er waren in die tijd van onze opstartende vereniging, heel veel wisselingen in het ledenbestand en het bestuur, dus het nieuwe kleedlokaal liet nog even op zich wachten.

In juli 1927 werd de vloer van de nieuw te bouwen kleedkamers gelegd en in september werd de kleedkamer in gebruik genomen.

In 1928 bestaat de vereniging 5 jaar en wappert er een nieuwe vlag op het kleedlokaal. Er zijn in die tijd al schoolwedstrijden op het complex die ieder jaar weer nieuwe leden opleveren. Groengelers bleken niet alleen bouwers te zijn, maar ook brandweermannen. In één van de krantenartikelen staat: ‘de wedstrijd werd niet afgespeeld, want door het brandalarm rende iedereen naar de brand.’


In 1929 moet de vereniging van terrein veranderen omdat het terrein aan het Wormerlaantje bebouwd wordt. De vereniging, inclusief kleedlokaal, verhuisden van de Nieuwe Weg naar het terrein achter School West. ‘Het hele gebouwtje werd op een grote kar gezet en met veel inspanning en hard werken, kwamen we over. De velden bespeelbaar maken, was een hele klus’. In de buitenlucht, achter de kleedruimtes, was één kraantje, waar men zich kon opfrissen.


In 1930 werden de kleedruimtes hersteld en werd er een groot hek langs het terrein geplaatst, maar de bespeelbaarheid van het veld liet te wensen over. Er wordt een nieuwe vlag gemaakt door Knier Leeuwerink-Bark en haar moeder die in 1932 op het clubhuis wappert.


In dec. 1936 wordt het kleedkamerfonds ingesteld, voor nieuw te bouwen kleedkamers, maar in verband met de dreiging van de oorlog, werd in november 1939 besloten de bouw van de kleedkamers uit te stellen.


In april 1940 werden vanwege de oorlog, de kleedkamers door Nederlandse militairen ‘gevorderd’ en stond op ons terrein afweergeschut. In september zijn de kleedkamers opgeknapt en is een overdekte wasgelegenheid bijgebouwd met aan iedere kant drie kranen met een grote waterbak op de grond. 


Na de oorlog in 1946 werd achter onze kleedkamers een wasgelegenheid gebouwd (kosten: 400,- gulden). ‘We konden ons nu lekker beschut en onder stromend water wassen.’ Een jaar later verschijnt er toch ‘een busje aan de vlaggenmast op het terrein, waar giften voor het kleedkamerfonds in kunnen worden gedeponeerd’, want de wens voor nieuwe kleedruimtes was er nog steeds.


In februari 1950 wordt de huur opgezegd. ‘Nu moeten we verhuizen’. De nieuwe locatie is aan de Spatterstraat. Er wordt een aanvang gemaakt van werkzaamheden op ons nieuwe veld: 500 draineerpotjes moeten worden schoongemaakt. ‘Voor het verkrijgen van een betere conditie van het nieuwe terrein, worden er een paar schapen uit wandelen gestuurd.’ Vele werkers werden gevraagd om de wagens en dekschuiten vol sintels voor op het veld leeg te scheppen. De begroting voor het nieuwe clubgebouw is klaar (f 6000,-). 


Bij aanvang van het seizoen 1950-1951 hoopt de vereniging met drie goede dingen de competitie in te gaan: ‘een nieuw veld, een nieuw clubgebouw en alle ploegen in het goede clubcostuum, want na de oorlog droeg de één dit en de ander dat’. Op 4 november 1950 is onder grote belangstelling en met muziek van Eensgezindheid, ons eerste, eigen clubgebouw geopend door burgemeester Loggers door het hijsen van onze clubvlag. Het clubgebouw wordt daarna vaak ons ‘home’ genoemd. Er wordt flink gebruik van gemaakt voor feesten, gezellige avonden met dans, toneelstukken en revue, maar ook voor clubochtenden van de tafeltennis en voor klaverjassen. En als er door slechte weersomstandigheden niet kon worden getraind en gespeeld, vermaakten men zich in het clubgebouw met dia-avonden, ganzenbord, sjoelen en dammen of om te ‘kienen voor prijzen zoals  taarten, worsten, pinda’s en een kip’. Groengelers deden ook mee met klaverjas-, kano-, vis- en schaatswedstrijden van de verenigingen in het dorp. Ook werden er eigen schaatswedstrijden gehouden op de sloten rond het eigen terrein van Groengeel.


In 1952 worden er 70 bomen geplant aan de kant van het veld. 0,75 cent per stuk en de naam van de koper wordt erbij geplant.


In 1953 kregen we twee lichtmasten met grote schijnwerpers cadeau ter ere van ons 30-jarig jubileum. Een jaar daarna wordt een motormaaimachine aangeschaft en in de jaren erna worden fietsenrekken geplaatst en tegels gelegd voor het clubgebouw. ‘Een bewoner aan de Spatterstraat heeft het idee om een scorebord neer te zetten, zodat ze kunnen zien wat de stand is’. Tevens is een nieuwe berging voor materialen verrezen.


In maart 1960 werd onder voorzitterschap van Jan van het Kaar, besloten om een kantine te bouwen om in de rust van de wedstrijden even ‘heerlijk bij te komen’. Ook de snoepafdeling kon daarin een plaatsje vinden. Want ook de jeugdafdeling werd zo groot, dat ze niet in de kleedkamers konden. Knier en Arie Leeuwerink werden kantinebeheerders. 


In 1961 al, maakt de gemeente Wormer het uitbreidingsplan ‘Plaszoom’ openbaar. Daarin zijn drie velden ontworpen voor GroenGeel aan de rand van de Poel. Uiteindelijk zal het nog tot 1973 duren tot we daar naartoe kunnen verhuizen.


In 1964 worden 4 lichtmasten geplaatst en douchecellen met ‘geysers’ worden in de kleedkamers in gebruik genomen. Twee jaar later moeten vele leden helpen om het veld bespeelbaar te maken, want het leek wel een moeras door de vele regen. 


In december 1965 wordt de eerste partij oud papier ingeleverd. 1850 kg, om de kosten te dekken van tegelpad, brug en fietsenrek en planten we 500 boompjes en struiken rond het veld.


Oktober 1967: een deel van het dak is door een storm weggewaaid.


In maart 1969 is het eerste overleg met B en W van Wormer over de locatie Trickelsoord. In de jaren voor de bouw van de nieuwe ‘Plaszoom’-accommodatie, werden al veel acties opgezet om geld in te zamelen. Zo is er een glazenactie waarvan er 1000 stuks werden verkocht. Diverse balpennen-acties, verkoop van 2e hands boeken en grammofoonplaten, het zoeken van donateurs en ophalen van oud papier. Ook werd er een kalender verkocht met foto’s van KZ, Roda, ZKV en GroenGeel, een rommelmarkt, bloembollen-verkoop en er werd door de junioren ‘een oppascentrale’ gestart. De obligatie-leningen hebben een prima start en er wordt in een half jaar tijd ruim 50.000 kg oud papier opgehaald. 


GroenGeel heeft in 1971 298 leden en is de 8e grootste vereniging van Nederland. In 1972 koopt de gemeente de Groengeel accommodatie aan de Spatterstraat. 


In mei wordt een start gemaakt met de werkzaamheden op de velden van Trickelsoord: Twee leden van Groen-Geel zetten de eerste spade in de grond: I.P. Kuyper als vertegenwoordiger van de oudste generatie en Jan-Peet Zandbergen, als één van de jongste pupillen. Vóór de kerst zitten de 85 heipalen van 13 meter lang in de grond. In 1972 loopt de nieuwbouw schade op door een storm, maar in 1973 kan GroenGeel dan toch eindelijk verhuizen naar haar huidige locatie op Trickelsoord. Op 24 augustus 1973 vindt de officiële opening plaats door burgemeester Loggers van Wormer en door het oplaten van ballonnen. In januari 1974 schonk dhr. G. Ruyter een aquarel van de oude kleedkamers en de klaverjassers gaven de lijst hiervoor.


De kantine wordt goed gebruikt voor biljarten, pingpongen, fonduefeesten en ‘muziekgedraai’ en in 1974 wordt voor het eerst gesproken over ‘gehaktballen’. Er wordt ook een verzoek gedaan tot inzameling van Douwe Egberts-bonnen zodat een duo-koffiezetapparaat (gratis) kan worden aangeschaft.


In januari 1974 wordt al gesproken over de bouw van een eigen sporthal. Dat gaat zo’n f250.000,- kosten, dus worden er weer creatieve inzamelingsacties op poten gezet zoals een kerstkaartenactie door de jeugdcommissie en t-shirts met de tekst ‘Korfbal Geweldig’ werden verkocht. Eind 1976 werd de ‘Groen-Geel-sticker geboren’ (f 1,-).


In de Band stond ‘Foei! Viespeuken!’ Het gebeurde namelijk nog wel eens, dat pupillen en aspiranten na hun training of wedstrijd niet gingen douchen. Een taak voor de trainers en leiders om dit onder de aandacht te brengen. Er waren tenslotte mooie douchevoorzieningen bij GroenGeel.


Na de zomer moet de brandweer de velden natspuiten voordat de seriewedstrijden kunnen beginnen, want de velden waren verschrikkelijk droog. Kort daarna werd er 120 m3 zand over het veld uitgestrooid. 


In 1978 zijn nieuwe tafelkleedjes gemaakt voor in de kantine: ‘hou ze schoon en plak er geen uitgewerkte kauwgom op, maar gebruik de prullenbakken.’


In 1979 werd voor het eerst meegedaan met de Grote Clubactie, Piet de Wit organiseerde een fietstocht, er werd meer papier dan ooit ingezameld, de club van 100 (gulden) werd opgericht en er werden weer veel loten verkocht, allemaal voor de nieuw te bouwen trainingshal.  De schoonheidscommissie van de gemeente Wormer keurt de plannen voor de trainingshal goed en al gauw gaat de nieuwe bouwcommissie iedere twee weken vergaderen. In maart 1980 wordt met de bouw van de trainingshal gestart en ieders werkuren worden nauwkeurig bijgehouden.  


De sporthal werd in 8000 man-uren eigenhandig gebouwd. Zeven maanden lang, zijn iedere avond zijn zo’n twintig tot dertig leden aan het werk geweest. Burgermeester Janssens opent in oktober 1980 de sporthal door een strafworp te nemen, maar mist: ‘Eén van de vele missers die de korfbalsport zo spannend maakt.’ zegt hij hierop. We waren ‘in het gelukkige bezit van leden met handen aan hun lijf’ waardoor we als 2e korfbalvereniging van Nederland een eigen sporthal konden neerzetten. De vereniging telt in dat jaar 390 leden. Van de KNKV kregen we een spiegel met de opdruk in het glas van het GroenGeel- complex.


In juni 1981 werd er ‘door met man en macht ‘ijsrondjes’ uit te drukken, 1,5 thermopane-raam verdiend’.


Volleybalvereniging VCW werd vaste huurder van de sporthal en wie zin had, kon de hal een uurtje huren om te tennissen. Later werd hij ook verhuurd voor zaalvoetbal.


Als beveiliging en om inbraak te voorkomen, plaatst de gemeente spijl-hekken en prikkelstruiken. Ook worden de ramen voorzien van draadglas en spijlen.


In de kantine komt een verlaagd plafond en nieuw meubilair. Er komt een ‘Jaap Schaap-hoek’, vernoemd naar de trainer van het 1e: een gezellige zithoek met lage banken.

In 1985 wordt er een groot stuk aan de kantine bijgebouwd, waardoor deze een stuk groter wordt. 


14 augustus 1991 is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Groen-Geel. Een uitslaande brand verwoest de kantine van GroenGeel. De sporthal kan gelukkig gespaard blijven. De brand blijkt later aangestoken te zijn. In 1992 kan de nieuwe (en huidige) kantine in gebruik genomen worden.


Er zijn plannen om woningen te gaan bouwen voor het project ‘IJsbaanterrein’. Groen-Geel ruilt de helft van zijn terrein met grasvelden in en krijgen in ruil daarvoor, kunstgrasvelden. Er wordt een overdekte tribune gebouwd, waarmee GroenGeel als eerste korfbalvereniging in Nederland een overdekte tribune langs het veld heeft staan.


In 2003 werd de sporthal fors uitgebreid. Er werd een groot stuk aan gebouwd, waardoor de grote, huidige tribune en de bovenbar werden gecreëerd.


In het seizoen 2019-2020 treedt Groen-Geel toe tot het hoogste niveau: de KorfbalLeague. De wedstrijden worden online uitgezonden via een live-stream. Er wordt een livestream-crew geformeerd met presentatrices, regisseurs en diverse cameramensen om de wedstrijden goed in beeld te brengen. Vanaf het balkon (het zogenoemde Noom-Home), was het mooiste uitzicht op het veld en de Groen-Geel gekleurde tribune, maar deze bleek te klein om iedereen een plek te geven. Het balkon werd daarom vergroot, tot de huidige afmetingen.


En zo is ons complex gevormd tot wat het nu is. Hierboven zijn alleen de grootste projecten genoemd. Maar in al die tussenliggende jaren en de afgelopen tijd, heeft er natuurlijk voortdurend onderhoud, reparatie en renovatie plaatsgevonden in en aan ons complex. Denk daarbij aan het continue onderhoud van de velden, de groenstrook snoeien, de slootkanten in orde maken voor het schouwen, schilderen en schoonmaken van de accomodatie. Maar ook het vervangen van de lampen in de hal door led-lampen, een nieuwe vloer in de hal en nieuwe kunstgrasvelden. Het vervangen van de verwarmingsketel, het vergroten van het terras en de renovatie van de speeltuin, het oppimpen van de kantine, de renovatie van de thuis-kleedkamers en natuurlijk het meest recente project: de mooie nieuwe damestoiletten.


De ‘bouwers’ van Groen-Geel (ook maar gewoon vrijwilligers), zijn altijd bezig geweest en zullen altijd bezig blijven, want ‘er is altijd wel een klusje te doen’. En wie weet wat de toekomst nog gaat brengen. Als Groen-Geel mogen we trots (en zuinig) zijn op onze ‘bouwers’ en ons eigen Groen-Geel-complex dat we geheel in eigen beheer hebben en waarin we iedere week weer kunnen trainen, spelen en elkaar kunnen ontmoeten. Het korfballen staat immers niet los van de accommodatie waarin we spelen.


Mariëtte

 

Voor wie meer wil lezen:

De Band Jaargang 1949-1950

De Band Jaargang 1950-1951

De Band 1973-1974 nr. 1

De Band 1973-1974 nr. 2

De Band 11 okt. 1980 extra editie sporthal

De Band 1991-1992 nr. 1

De Band 1991-1992 nr. 2

 

Bij het schrijven van dit stuk heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de inspanningen van wijlen Dirk Dik. Voor het 60-jarig jubileum van Groen-Geel in 1983, heeft hij alle jaargangen van het clubblad ‘De Band’ uitgeplozen en samengevat. Het is in boekvorm uitgegeven en geeft een prachtig en beknopt totaal-overzicht van alle activiteiten binnen de vereniging tot 1983.


Als nawoord schreef hij:


 
‘Ik ben gekomen aan het einde van mijn overzicht en heb hieraan met veel plezier zitten puzzelen. Het was niet mijn bedoeling geweest om dit zo uitgebreid te doen, maar toen ik er eenmaal mee bezig was, ging het vanzelf. Toch vind ik het een leuk idee van het bestuur om deze pennevruchten in een boekje voor het ‘nageslacht’ te bewaren. Mocht ik een enkel leuk voorval vergeten zijn, dan was dat niet mijn bedoeling. Ik hoop dat de jeugd van heden dit werkje met plezier zal lezen. 


Dirk Dik’.